Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een basisset van vijf financiële kengetallen wordt opgenomen. Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De invoering van de set van vijf kengetallen is bedoeld om de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. Hoe de kengetallen berekend moeten worden, is vastgelegd in een ministeriële regeling. Het gebruik en het vaststellen van de berekeningswijze van de kengetallen heeft geen functie als normeringsinstrument in het kader van het financieel toezicht door de provincies.
Interpreteren van kengetallen
De financiële kengetallen kunnen als volgt geïnterpreteerd worden:
Maatregelen niet nodig | Waakzaamheid geboden | Maatregelen nemen | ||
Kengetal | Hoe interpreteren | Signaalwaarden | ||
1. Netto schuldquote | ||||
a. zonder correctie doorgeleende gelden | Hoe lager het percentage hoe beter | < 90% | van 90% t/m 130% | > 130% |
b. met correctie doorgeleende gelden | Hoe lager het percentage hoe beter | < 90% | van 90% t/m 130% | > 130% |
2. Solvabiliteitsratio | Hoe hoger het percentage hoe beter | > 50% | van 20% t/m 50% | < 20% |
3. Grondexploitatie | Hoe lager het percentage hoe beter | < 20% | van 20% t/m 50% | > 35% |
4. Structurele exploitatieruimte | Hoe hoger het percentage hoe beter | > 0% | 0% | < 0% |
5. Belastingcapaciteit | Hoe lager het percentage hoe beter | <95% | van 95% t/m 105% | > 105% |
Kengetallen
Per 31 december 2021 laten de kengetallen het volgende beeld zien:
Kengetallen bij de jaarrekening 2021 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 |
---|---|---|---|
1. Netto schuldquote | |||
a. zonder correctie doorgeleende gelden | 53% | 66% | 56% |
b. met correctie doorgeleende gelden | 51% | 65% | 54% |
2. Solvabiliteitsratio | 19% | 22% | 23% |
3. Grondexploitatie | 2% | 4% | 2% |
4. Structurele exploitatieruimte | -1% | -2% | 2% |
5. Belastingcapaciteit | 92% | 95% | 90% |
Hieronder wordt de betekenis van de kengetallen beschreven en per kengetal volgt een conclusie.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen (zie artikel 36, onderdelen b en c, van het BBV).
Kengetallen bij de jaarrekening 2021 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 | ||
1. Netto schuldquote | |||||
a. zonder correctie doorgeleende gelden | 53% | 66% | 56% | ||
b. met correctie doorgeleende gelden | 51% | 65% | 54% | ||
Hoe interpreteren | Maatregelen niet nodig | Waakzaamheid geboden | Maatregelen nemen | ||
Signaalwaarden | |||||
(a.) Hoe lager het percentage hoe beter | < 90% | van 90% t/m 130% | > 130% | ||
(b.) Hoe lager het percentage hoe beter | < 90% | van 90% t/m 130% | > 130% |
Voor beide kengetallen netto schuldquote geldt dat voor toekomstige investeringen leningen aangetrokken kunnen worden, zonder aanvullende maatregelen te nemen.
Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de medeoverheid in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Kengetal bij de jaarrekening 2021 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 | ||
2. Solvabiliteitsratio | 19% | 22% | 23% | ||
Hoe interpreteren | Maatregelen niet nodig | Waakzaamheid geboden | Maatregelen nemen | ||
Signaalwaarden | |||||
Hoe hoger het percentage hoe beter | > 50% | van 20% t/m 50% | < 20% |
Ten opzichte van de jaarrekening 2020 is de solvabiliteit verbeterd. Echter waakzaamheid is nog steeds geboden. Een van de financiële uitgangspunten, opgenomen in de programmabegroting 2022, is het streven om minimaal een solvabiliteit van 25% te bereiken en te behouden. Dit betekent dat bijvoorbeeld de jaarlijkse dotatie naar het eigen vermogen nog steeds noodzakelijk is.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de boekwaarden van de bouwgronden die in exploitatie zijn bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken (ingevolge artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Jaarlijks dient beoordeeld te worden of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.
Kengetal bij de jaarrekening 2021 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 | ||
3. Grondexploitatie | 2% | 4% | 2% | ||
Hoe interpreteren | Maatregelen niet nodig | Waakzaamheid geboden | Maatregelen nemen | ||
Signaalwaarden | |||||
Hoe lager het percentage hoe beter | < 20% | van 20% t/m 50% | > 35% |
De boekwaarde van de gronden in exploitatie zorgen ervoor dat er geen maatregelen hoeven te worden genomen.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten (zie artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage.
Kengetal bij de jaarrekening 2021 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 | ||
4. Structurele exploitatieruimte | -1% | -2% | 2% | ||
Hoe interpreteren | Maatregelen niet nodig | Waakzaamheid geboden | Maatregelen nemen | ||
Signaalwaarden | |||||
Hoe hoger het percentage hoe beter | > 0% | 0% | < 0% |
De structurele begrotingsruimte laat een positief percentage zien. Deze positieve ontwikkeling ten opzichte van de jaarrekening 2020 wordt voornamelijk veroorzaakt door het overschot binnen het hek van het sociaal domein. Zonder dit resultaat zou het structurele jaarresultaat bijna nihil zijn. Van belang blijft daarom om realistisch te blijven begroten en de werkelijke uitgaven en inkomsten goed te blijven monitoren.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De uitkomst van de berekening van dit kengetal is voor het jaarverslag hetzelfde als bij de begroting. Het kengetal hoeft dus voor het opnemen in het jaarverslag niet opnieuw te worden berekend. Het toch opnieuw opnemen houdt verband met het feit dat de kengetallen gezamenlijk en in samenhang bezien inzicht geven in de financiële positie van een gemeente. De (ongewogen) gemiddelde woonlasten van gemeenten in 2021 - op basis van de cijfers van het COELO - bedragen € 811. Het gemiddelde voor het jaar 2020 is € 733,32.
Kengetal bij de jaarrekening 2021 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 | ||
5. Belastingcapaciteit | 92% | 95% | 90% | ||
Hoe interpreteren | Maatregelen niet nodig | Waakzaamheid geboden | Maatregelen nemen | ||
Signaalwaarden | |||||
Hoe lager het percentage hoe beter | <95% | van 95% t/m 105% | > 105% |
Het kengetal belastingcapaciteit laat een dalende trend zien en er hoeven geen maatregelen genomen te worden.