In deze toelichting zijn de nu bekende risico’s benoemd en volgens een klassen-systematiek gewogen en gewaardeerd.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Het gemeentefonds verandert met de rijksbegroting mee (normering- of trap op-trap af systematiek). Deze systematiek brengt het risico met zich mee dat bij dalende uitgaven door het rijk (als gevolg van bezuinigingen door het rijk) het gemeentefonds daalt. Ondanks hogere accressen bij de Meicirculaires, blijkt dat de werkelijke rijksuitgaven achterblijven. Dit kan betekenen dat in een opvolgend jaar een verrekening kan plaatsvinden door het rijk op de al ontvangen uitkering uit een afgelopen jaar. Dit gebeurt jaarlijks bij de meicirculaire. Per 2023 zal er een nieuw model voor de verdeling van de middelen uit het gemeentefonds worden gehanteerd door het rijk. In de Meicirculaire 2022 wordt bekend hoe het model er definitief uit komt te zien en welke financiële effecten dit met zich meebrengt. De nieuwe herverdeling stond gepland voor 2021, maar is al eerder vanwege ongewenste effecten voor met name plattelandsgemeenten met twee jaar uitgesteld.
Kwantificering algemene uitkering uit het gemeentefonds | |
Kans | klasse 5 (1 keer per jaar: 90%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 90.000 (90% x € 100.000) tot maximaal € 225.000 (90% x € 250.000) |
Centrumontwikkeling Roden
Voor het Uitvoeringsprogramma Centrumontwikkeling Roden 2018-2022 is een groot bedrag aan financiële middelen nodig. Het grootste gedeelte daarvan is door de gemeente zelf opgebracht via door uw raad reeds beschikbaar gestelde kredieten. Er bestaat een risico dat de kosten voor de Centrumontwikkeling door onvoorziene zaken en inflatie oplopen. Uitgangspunt is echter dat tegenvallers binnen de beschikbare middelen voor de Centrumontwikkeling worden opgevangen. Dat kan betekenen dat er op een andere manier uitvoering wordt gegeven aan de Centrumontwikkeling of dat niet alle benoemde projecten ook daadwerkelijk doorgang vinden.
Gebleken is dat er in het werkgebied van de centrumontwikkeling op diverse plaatsen werk moest worden verricht aan de riolering. Hiervoor zijn middelen in het rioleringsfonds gereserveerd. Deze middelen worden op een zo effectief mogelijke wijze gecombineerd met de investeringen die, vanuit het oogpunt van de centrumontwikkeling, in de openbare ruimte zullen worden gedaan. Door de combinatie met het rioleringsfonds te maken kunnen alle reeds opgestarte projecten doorgang vinden. Er worden echter geen nieuwe projecten meer opgestart.
Daarnaast zijn er ook nog de gebruikelijke risico’s zoals het niet onherroepelijk worden van bestemmingsplan-herzieningen of benodigde (omgevings-)vergunningen. De kwantificering is in dit geval losgelaten in verband met de aanwezigheid van concrete risicocijfers.
Kwantificering Centrumontwikkeling Roden | |
Kans | klasse 1 (minder of 1 keer per 10 jaar: 10%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 10.000 (10% x € 100.000) tot maximaal € 25.000 (10% x € 250.000) |
Droogteschade en bodemdaling
Wereldwijd wordt aangenomen dat het klimaat verandert. Hevige buien en lange perioden van droogte zullen ook onze gemeente in de nabije toekomst vaker parten spelen. Het is daarom denkbaar dat hevige wind, zware buien, maar vooral droogte en de daarmee verbonden bodemdaling tot schades aan gemeentelijke vastgoed gaan leiden. Te denken valt aan waterschade in gemeentelijke vastgoed, maar ook verzakking van wegen en paden, of schade aan gemeentelijke riolering. Bovenop onze reguliere beheeropgave kunnen we dus te maken krijgen met extra werkzaamheden of schadeposten.
Kwantificering droogteschade en bodemdaling | |
Kans | klasse 2 (1 keer per 5 à 10 jaar: 30%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 75.000 (30% x € 250.000) tot maximaal € 225.000 (30% x € 750.000) |
Financiële gelijkstelling primair onderwijs
Op basis van artikel 142 tot en met 147 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) dient een gemeentebestuur dat basisonderwijs in stand houdt, jaarlijks vast te stellen of er sprake is van overschrijding van de rijksvergoeding. Indien er meer uitgaven zijn geweest dat de ontvangen rijksvergoeding, dan is er sprake van een overschrijding. Deze overschrijding (meer uitgaven dan ontvangsten) dient proportioneel ook aan de scholen voor bijzonder onderwijs te worden doorbetaald. Veelal wordt een bedrag per leerling vastgesteld, die ook op basis van het leerlingenaantal van de bijzondere scholen wordt betaald. Hiermee wordt het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs in eenzelfde gemeente gelijkgesteld. In 2020 is de afrekening voor de periode 2006-2010 vastgesteld met als conclusie dat er geen overschrijding is geweest. Hier is door de bijzonder schoolbesturen bezwaar tegen ingediend. Het bezwaar loopt nog. Pas na definitieve vaststelling kunnen de periodes 2011-2015 en 2016-2020 worden vastgesteld.
Kwantificering financiële gelijkstelling primair onderwijs | |
Kans | klasse 2 (1 keer per 5 à 10 jaar: 30%) |
---|---|
Gevolg | klasse 5 (€ > € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 0 tot maximaal € 750.000 |
Garantstellingen en waarborgfondsen
De gemeente heeft zich borg gesteld voor een aantal instanties voor het verstrekken van een geldlening. De gemeente loopt hierbij een risico als de verplichtingen door de geldnemer niet worden nagekomen.
De in het verleden afgegeven gemeentegaranties ten behoeve van door woningbouwcorporaties aangetrokken geldleningen zijn overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hiervoor geldt een ander risicoprofiel. Corporaties die in de problemen komen dienen eerst het Centraal Fonds Volkshuisvesting voor financiële steun te benaderen. De borgstellingreserve van het WSW vormt de tweede zekerheid. De derde (tertiaire) achtervangpositie betreft een door het rijk en gemeenten (elk 50%) af te geven renteloze lening aan het WSW. Het risicoprofiel kan wijzigen indien door corporaties een toenemend beroep wordt gedaan op het WSW. In 2021 zijn geen nieuwe garantstellingen verleend.
Kwantificering garantstellingen en waarborgfondsen | |
Kans | klasse 1 (minder of 1 keer per 10 jaar: 10%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 25.000 (10% x € 250.000) tot maximaal € 75.000 (10% x € 750.000) |
Gegevensbescherming
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is sinds 25 mei 2018 is van kracht. Het gevolg hiervan is dat de gemeente de wettelijke verplichting heeft om de gegevensverwerking op orde te hebben. Als de gemeente hier niet aan voldoet, dan kan dit vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) leiden tot hoge boetes. Binnen de gemeente was nagenoeg geen capaciteit beschikbaar en werd externe capaciteit ingehuurd van het bedrijf Audittrail uit Leiderdorp. Om de rol van de Functionaris Gegevensbescherming te kunnen wegzetten werken we samen met de gemeente Midden-Drenthe en huren we deze kracht in om de privacybescherming in de gemeente Noordenveld te verbeteren.
Kwantificering gegevensbescherming | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 tot 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 5 (€ > € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 375.000 (50% x € 750.000) tot maximaal € 1.125.000 (50% x € 2.250.000) |
Grondexploitaties (inclusief Regiovisie)
Voor de risico’s voortvloeiende uit grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Een deel van de risico’s kan binnen de actuele grondexploitaties worden opgevangen. Voor dat deel dat niet kan worden opgevangen binnen de grondexploitaties, moet een extra risicoreservering worden aangehouden van € 5.000.
Verwachte druk op de reserve grondexploitaties neemt toe
In de risicoanalyse zijn de plannen/projecten die zich nog in de initiatieffase bevinden niet meegenomen, of waarvan op dit moment nog niet alle uitgangspunten helder zijn. Het is echter wel aanleiding om op dit moment, in aanvulling op de risicoanalyse, duidelijk te maken dat er meer dan een verwachting is dat deze projecten niet allemaal budgetneutraal zullen kunnen worden uitgevoerd, maar op een aantal punten een flinke inzet van middelen vragen. Er zullen naar verwachting projecten komen met nieuwe risico’s en/of projecten waarbij het doen van (strategische) aankopen onvermijdelijk is om voortgang te kunnen realiseren.
Informatie- en communicatiesystemen
Te allen tijde moet de continuïteit van de maatschappelijke dienstverlening gegarandeerd blijven. Hierbij moet binnen de gemeente Noordenveld worden gedacht aan een grote verstoring van de ICT. Voorbeelden hiervan zijn een brand, een elektriciteitsprobleem, een systeemcrash of een DDoS-aanval. Indien een dergelijke verstoring of een grootschalige uitval zich voor doet, dan kan dit leiden tot:
- Burgers en bedrijven worden minder of niet bediend met de meest elementaire dienstverlening, zoals de aangifte van een geboorte;
- Nemen van crisisbesluiten door het college;
- Nemen van snelle en adequate (crisis)maatregelen door het college;
- Verminderde dienstverlening;
Preventief is op het gemeentehuis een noodstroomaggregaat geplaatst. Bij een stroomuitval wordt dit aggregaat ingeschakeld, zodat de IT systemen kunnen doordraaien en/of op een veilige manier kunnen worden uitgezet. Hierdoor wordt de kans op een problematische situatie sterk verminderd. Eveneens zorgt het aggregaat deels voor de stroomvoorziening naar de serverruimte en de crisisruimtes. Alle IT systemen zijn voorzien van UPS-en (soort accu’s) die stroomonderbrekingen kunnen opvangen en in extreme gevallen de systemen gecontroleerd stil kunnen leggen. Hiermee worden de risico’s beperkt.
Dagelijks wordt een online back-up gemaakt en meerdere malen een snapshot van de data server. Het streven is om in 2022 nader te onderzoeken op welke wijze we efficiënter en effectiever de data kunnen veiligstellen, zodat bij een calamiteit altijd data hersteld en/of benaderd kan worden.
De Covid-19 pandemie gaat gepaard met een ongekende toename in het aantal geregistreerde cybercrime-incidenten in Nederland. De cybercriminaliteit, oftewel de digitale criminaliteit, is behoorlijk gestegen. Het gaat vooral om cybercrimedelicten als hacken en softwaregijzeling. Alleen al in Oost-Nederland is in 2021 dit met 73 procent gestegen. Ter vergelijking, de traditionele criminaliteit, inbraken, diefstallen en overvallen, daalde in 2021 met 7 procent. Het beveiligingsniveau (hard- en software) binnen de gemeente Noordenveld ligt op een hoog niveau. Meerdere systemen en applicaties (o.a. virusscanners) zijn geïnstalleerd om externe virussen/aanvallen tijdig te detecteren en onschadelijk te maken en worden continue bijgewerkt en gemonitord. Het monitoren van de externe verbindingen en het verkeer op het netwerk geschiedt door een externe partij.
Kwantificering informatie- en communicatiesystemen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 tot 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 25.000 (50% x € 50.000) tot maximaal € 50.000 (50% x € 100.000) |
Integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijs
De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen voor basis-, speciaal basis-, voortgezet en speciaal voortgezet onderwijs die zijn gehuisvest op het grondgebied van de gemeente. Er vinden met regelmaat gesprekken plaats met de schoolbesturen over de nodige capaciteit van schoolgebouwen. Vanaf 2015 zijn de schoolbesturen integraal verantwoordelijk voor het gehele onderhoud. De gemeente blijft verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding. In samenwerking met de schoolbesturen is een Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2018 opgesteld. Hierin staan onder andere de ontwikkeling van de locaties in Veenhuizen, Roden en Nietap. De leerlingenprognoses laten zien dat de komende periode het leerlingenaantal zal dalen, zij het wat minder snel dan voorheen werd verwacht. Bij in gebruik zijnde scholen zijn de schoolbesturen financieel verantwoordelijk en draagt de gemeente geen financieel risico. Voor vrijkomende schoolgebouwen die niet langer nodig zijn voor onderwijs zal vroegtijdig naar een vervangende bestemming worden gezocht. Desondanks blijft er een behoorlijk risico, omdat het niet altijd eenvoudig is nieuwe gebruikers voor de vrijkomende gebouwen te vinden.
Kwantificering integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijs | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 tot 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 125.000 (50% x € 250.000) tot maximaal € 375.000 (50% x € 750.000) |
Milieuverontreinigingen
Bedrijven moeten voldoen aan steeds strengere milieuwetgeving. Indien schade wordt toegebracht aan het milieu dan zullen zij de kosten voor de reiniging moeten betalen. Is de dader echter niet meer te achterhalen dan kan het zijn dat deze kosten voor rekening van de gemeente komen. De kosten van bijvoorbeeld bodem- of grondwatersanering kunnen hoog oplopen.
Kwantificering milieuverontreinigingen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 50.000 (50% x € 100.000) tot maximaal € 125.000 (50% van € 250.000) |
Ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD)
In Drenthe is de RUD per 1 januari 2014 operationeel. De RUD moet de basis op orde brengen zodat er een robuuste en toekomstbestendige organisatie staat die zorg draagt voor een schone, veilige en duurzame leefomgeving in de Provincie Drenthe. Wij hebben als uitgangspunt gesteld dat de RUD financieel neutraal dan wel voordeliger moet zijn dan de eerdere gemeentelijke opzet. Of aan dit uitgangspunt zal worden voldaan is afhankelijk van de uitvoering en de resultaten van voorgenomen veranderingen en ontwikkelingen.
Kwantificering ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 35.000 (70% x € 50.000) tot maximaal € 70.000 (70% van € 100.000) |
Publiek Vervoer
Samenwerking van alle 22 gemeenten van Groningen en Drenthe, de provincies en het OV-bureau Groningen Drenthe op het gebied van onder andere lokaal vervoer en vervoer speciaal toegespitst op doelgroepen, zoals het Wmo- en leerlingenvervoer. De samenwerking moet publiek vervoer in de toekomst betaalbaar houden, duurzamer maken en de service aan de reizigers verder verbeteren.
Kwantificering Publiek Vervoer | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 35.000 (70% x € 50.000) tot maximaal € 70.000 (70% van € 100.000) |
Sociaal Domein
Vanaf het jaar 2021 is de Participatiewet toegevoegd aan het Sociaal Domein. Dit heeft tot gevolg dat de kwantificering nu in één toelichting is opgenomen. Bij de WMO, Jeugdwet en Participatiewet is er sprake van een zogenaamde openeinderegeling. Het blijft moeilijk te voorspellen hoeveel inwoners in een jaar beroep doen op deze regelingen. In 2021 bedraagt het overschot op het sociaal domein € 1.362.000. Dit overschot is toegevoegd aan de reserve sociaal domein. De omvang van de risico’s met betrekking tot het sociaal domein is per regeling becijferd op minimaal € 90.000 en maximaal € 225.000.
Kwantificering Sociaal Domein | |
Kans | klasse 5 (1 keer per jaar of >: 90%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (> € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 90.000 (90% x € 100.000) tot maximaal € 225.000 (90% x € 250.000) |
Toereikendheid voorzieningen
Er zijn voldoende onderbouwingen van het benodigde voorzieningenniveau aanwezig, desondanks kan vanwege onvoorziene omstandigheden of calamiteiten (zoals storm, waterschade en bodemdaling) het voorkomen dat de voorzieningen op enig moment niet toereikend zijn.
Kwantificering toereikendheid voorzieningen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 125.000 (50% x € 250.000) tot maximaal € 375.000 (50% x € 750.000) |
Wegenbeheer en groenbeheersplan
Voor het beheer van de openbare ruimte wordt gewerkt aan een systematiek om de jaarlijkse benodigde budgetten in beeld te krijgen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van beheerplannen en scenario’s uit de BOR-systematiek. De onderhoudssituatie van bepaalde wegvakken kan door intensief gebruik en als gevolg van weersomstandigheden sneller achteruitgaan, waardoor versneld onderhoud moet worden uitgevoerd. Indien schade aan personen, voertuigen of gebouwen ontstaat door onvoldoende onderhoud aan infrastructuur kan een schadeclaim ingediend worden door de benadeelde persoon. Daarnaast bestaan de risico’s van schadeclaims door takbreuk en achterstallig onderhoud van speeltoestellen. Door bodembeweging mede ingegeven door verdroging kunnen schades en daarmee grootschalige reparaties ontstaan. Dit geldt voornamelijk voor wegen.
Kwantificering wegenbeheer en groenbeheersplan | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 50.000 (50% x € 100.000) tot maximaal € 125.000 (50% x € 250.000) |